Woon je vlak bij of vlakbij het station?

Woon je vlak bij of vlakbij het station? Dat eerste, al kun je ook schrijven dat je er vlakbij woont. Hoezo verwarrend?

Ergens diep verscholen in het grote boek van de Nederlandse spelling staat de volgende regel: bijwoorden als achterop, bovenin, bovenop, onderaan, dichtbij, vlakbij enz. worden als één woord geschreven, behalve als ze worden gevolgd door een woordgroep met een zelfstandig naamwoord erin.

'Het station' is zo'n woordgroep. Je schrijft daarom 'vlak bij het station'. Maar als je zegt 'ik woon er vlakbij' volgt er niet zo'n woordgroep en schrijf je 'vlakbij' als één woord.

Best verwarrend allemaal. Dus nog maar een paar voorbeelden om te oefenen:

                De broeken liggen boven in de kast.
                De broeken liggen bovenin.
                Willem II eindigde onder aan de ranglijst.
                Willem II eindigde onderaan.
                Ze zat achter op de fiets.
                Spring maar achterop.

Vorig artikel
Volgend artikel

Maak kennis met de Van Dale Taalsnacks: behapbare onlinetaaloefeningen waarmee de taalkennis weer opgehaald wordt. De serie Van Dale Taalsnacks Correct Nederlands behandelt de 15 belangrijkste taalregels en wordt wekelijks geserveerd in de mailbox! Probeer nu>>>