Vanaf begin oktober weer volop verkrijgbaar: bockbier. Maar waar komt die naam eigenlijk vandaan?

Vanaf begin oktober weer volop verkrijgbaar: bockbier. Maar waar komt die naam eigenlijk vandaan?


Het Van Dale Groot woordenboek Hedendaags Nederlands omschrijft het als 'zwaar, donker bier van de eerste gerstoogst, gedronken in de herfst'. Bockbier, gespeld met ck. Er is zelfs een speciaal bockbierseizoen. Vroeger was het begin daarvan door de gezamenlijke brouwers precies beregeld: de eerste maandag van oktober. Tegenwoordig kunnen sommigen zo lang niet wachten en staan de eerste flesjes al ruim voor eind september in het schap.

Maar waarom schrijven we eigenlijk niet gewoon 'bokbier'? Het mannetje van de geit kan het toch ook af zonder c? Dat heeft te maken met de herkomst van het woord. Met bokken heeft die niets te maken – al zet menige brouwer een afbeelding van zo'n stoere bok op het etiket. 

Nee, de naam is afkomstig van het Duitse stadje Einbeck (niet ver van de Harz), waar deze biersoort oorspronkelijk vandaan komt. Einbeck-bier. Dat 'ein' werd later aangezien voor een lidwoord, en de e werd een o. Zo kreeg je ein Bockbier, een bockbier. De c van de plaatsnaam is dus behouden gebleven in de naam van het bier. Nuttige kennis voor aan de tap. Proost!

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen