Betekenis 'uitpakken'

Je hebt gezocht op het woord: uitpakken.

uit·pak·ken (pakte uit, heeft, is uitgepakt) 1uit de verpakking halen; = leegmaken: een cadeautje uitpakken; zijn koffer uitpakken2zich van zijn beste, royaalste kant laten zien: met iets uitpakken het presenteren, ermee voor de dag komen3resultaat hebben: dat is anders uitgepakt dan wij hadden gehoopt anders afgelopen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.