Betekenis 'trommel'

Je hebt gezocht op het woord: trommel.

trom·mel (de; v(m); meervoud: trommels) 1trom2tromvormig voorwerp: droogtrommel3blikken doos: koekjestrommel trom·me·len (trommelde, heeft getrommeld) 1de trom slaan: op de tafel trommelen (herhaaldelijk) tikken, slaan; mensen bij elkaar trommelen bij elkaar roepen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.