Betekenis 'treden'

Je hebt gezocht op het woord: treden.

tred (de; m; meervoud: treden) 1stap, gang: met vaste tred; gelijke tred houden met iem. of iets even snel vorderingen maken als iem./iets tre·de (de; v(m); meervoud: treden), tree (de; v(m); meervoud: treeën; verkleinwoord: treetje) 1sport van een ladder; deel van een trap, bordes enz. tre·den (trad, heeft, is getreden) 1met de voet drukken op: een gebod met voeten treden negeren, niet naleven2lopen, gaan: in het huwelijk treden trouwen; in bijzonderheden treden die noemen; (van een rivier) buiten zijn oevers treden overstromen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.