Betekenis 'omloop'

Je hebt gezocht op het woord: omloop.

om·loop (de; m) 1het omlopen; = kringloop: de omloop van het bloed2rondgang, circulatie: geld in omloop brengen3omwenteling: de omloop van de aarde om de zon4(meervoud: omlopen) (wielersport) parcours door een bep. gebied; de wedstrijd om·lo·pen (liep om, heeft, is omgelopen) 1zich in een rondgaande loop bewegen: de voordeur is dicht, loop even om om het huis heen naar de achterkant; ik ga een eindje omlopen een stukje lopen waarbij je weer terugkomt op je uitgangspunt2langs een omweg lopen: niet deze weg nemen, dan loop je om3tegen iets oplopen waardoor het valt: ik liep het stoeltje ommijn hoofd loopt om ik raak in de war omdat ik zoveel moet doen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.