Betekenis 'jas'

Je hebt gezocht op het woord: jas.

1ja (tussenwerpsel) 1woord om bevestiging of instemming uit te drukken (tegenstelling: 1nee): heeft hij dat gezegd? Ja!; mooi hè? Ja2inleiding tot een tegenwerping3uitdrukking van allerlei gevoelens: (verwondering) ja? Is dat zo?; (verzuchting) ja, het is wat; (korzeligheid, ongeduld) ja, dááág ik denk er niet aan; ja en amen zeggen op alles alles goedvinden 2ja (het; o) 1bevestigende uitspraak (tegenstelling: 2nee): een volmondig ja jas (de; m en v; meervoud: jassen) 1alleen buitenshuis gedragen kledingstuk2colbert: iets in een nieuw jasje steken het uiterlijk vernieuwen; uit zijn jasje groeien te groot worden voor zijn behuizing jas·sen (jaste, heeft gejast) 1piepers jassen aardappels schillen2haastig afwerken: een voorstel door een vergadering jassen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.