Betekenis 'hakken'

Je hebt gezocht op het woord: hakken.

hak (de; v(m); meervoud: hakken) 1achterbenedendeel van de mensenvoet; = hiel: iets op de hak nemen bespotten; de hakken in het zand zetten zich halsstarrig verzetten, niet toegeven; met de hakken over de sloot op het nippertje2(van een schoen) verhoging onder de hieliem. een hak zetten hem benadelen; van de hak op de tak springen van het ene onderwerp naar het andere overspringen zonder een verband te leggen hak·ken (hakte, heeft gehakt) 1met een bijl op iets slaan en splijten, fijnmaken; = kappen: hout hakken; dat hakt erin (a) kost veel geld; (b) is zeer ingrijpend

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.