Betekenis 'gaven'

Je hebt gezocht op het woord: gaven.

gaaf (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1ongeschonden, onbeschadigd2(informeel) goed, mooi, leuk: onwijs gaaf ga·ve (de; v(m); meervoud: gaven) 1gift, aalmoes2talent, aanleg ge·ven (gaf, heeft gegeven) 1aanreiken2iem. iets toekennen, toeschrijven: iem. de schuld geven3verlenen als een gunst of weldaad; = schenken: iem. een cadeau geven; weten te geven en te nemen meegaand zijn4laten horen of zien: een schreeuw geven; de lamp geeft weinig lichtdat geeft niets (a) helpt niets; (b) hindert niet; ik geef niets om kou kou hindert me niet

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.