Betekenis 'doorlopen'

Je hebt gezocht op het woord: doorlopen.

1door·lo·pen (liep door, is doorgelopen) 1verder lopen: loop eens wat door!2(van kleuren) in elkaar uitvloeien: het blauw is doorgelopen 2door·lo·pen (doorliep, heeft doorlopen) 1helemaal afleggen; een school doorlopen van begin tot eind volgen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.