Betekenis 'beetje'

Je hebt gezocht op het woord: beetje.

1beet (de; m; meervoud: beten) 1de daad van bijten; = hap (1): een beet nemen van een koek2de wond die het gevolg is van bijten: muggenbeet, slangenbeet 2beet (tussenwerpsel) 1uitroep van een sportvisser als die beetheeft beet·je (het; o; meervoud: beetjes) 1kleine hoeveelheid, klein stukje: alle beetjes helpen elke bijdrage helpt mee; beetje bij beetje langzaamaan; een beetje vuil, hinderlijk enz. enigszins; ik ga (daar) een beetje hollen ik ben niet zo gek om …; een beetje technicus kan dat oplossen wie ook maar enigszins technisch is

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.